Waarom je niet bang hoeft te zijn van suiker

Nu er overal weer pompoenen, spoken en spinnenwebben te zien zijn is het duidelijk dat Halloween voor de deur staat. Voor veel mensen is dat een avond om plezier te maken op een verkleedfeestje, voor andere mensen is het een periode van stress. Niet omdat ze schrik hebben van de monsters, maar wel van alle extra snoep die nu in de winkels te vinden is.

Als je onze maatschappij mag geloven, is suiker aartsvijand nummer één. “Zoveel snoep is niet goed voor je,” luidt de boodschap, waarna er dramatische cijfers over de ‘obesitasepidemie’ volgen. Met als gevolg dat mensen niet meer durven genieten van de lekkernijen die bij een feestavond zoals Halloween horen.

Je bent wat je eet

Geen enkel voedsel is uit zichzelf goed of slecht. Sommige mensen met een darmaandoening kunnen bepaalde groenten niet goed verteren. Sommige mensen kunnen geen zuivelproducten verdragen. Sommige mensen zijn allergisch aan noten. En voor sommige mensen is een hamburger eten beter dan helemaal niks eten die dag, omdat ze zich niks anders kunnen veroorloven.

Het helpt echt niemand om eten op te delen in ‘goed’ en ‘slecht’ of ‘gezond’ en ‘ongezond’. Door dat onderscheid te maken hang je er een morele waarde aan vast. En dat zorgt er onvermijdelijk voor dat je ook de mensen die bepaalde dingen eten op die basis gaat beoordelen. Iemand die ‘gezond’ eet is dan beter dan iemand die ‘ongezond’ eet en wie ‘slechte’ keuzes maakt, mag daarvoor veroordeeld worden.

Dat is heel stigmatiserend, want welk voedsel je koopt en eet, hangt van heel veel dingen af: budget, tijd om te koken, gezondheidsaandoeningen, religieuze overtuigingen, lichamelijke beperkingen, persoonlijke voorkeur en nog zoveel meer. Het is dus enorm kortzichtig om bepaalde voeding ‘goed’ of ‘slecht’ te noemen op basis van wat onze dieetcultuur ons heeft voorgeschreven.

Het echte gevaar

In onze maatschappij is het normaal dat mensen op dieet staan – het wordt zelfs aangemoedigd. Er wordt ons continu verteld wat en hoeveel we mogen eten en om de zoveel tijd is het iets anders waar je op moet letten als je wilt afvallen: eerst was het suiker, toen vet, daarna koolhydraten en nu toch weer suiker. Veel mensen hebben daardoor geleerd om niet meer op hun lichaam te vertrouwen.

Suiker is nochtans niet zo gevaarlijk als het dikwijls voorgesteld wordt: het is niet even verslavend als cocaïne, het maakt je niet hyperactief en het geeft je geen diabetes type 2. Door zoveel paniek te zaaien rond suiker hebben mensen bijna schrik om nog iets te eten wat ‘ongezond’ is. En dat is veel ongezonder dan wat extra snoep te eten tijdens een feestelijke avond.

Voedsel voor de ziel

Eten dient bovendien niet alleen om je te voeden, maar heeft ook een culturele betekenis. Bij een verjaardag hoort taart, bij Halloween hoort snoep. Voedsel is zoveel meer dan brandstof voor je lichaam. Het maakt deel uit van een feest, het dient om dingen te vieren, het zorgt voor verbinding tussen mensen. Hoe kan dat slecht zijn?

Je hoeft je tijdens deze Halloween (en de rest van het jaar trouwens ook niet) echt geen zorgen te maken over de extra snoep die in je kast ligt. Geniet van de feestelijke sfeer die errond hangt en laat die paniek rond suiker maar voor wat het is: een vorm van controle in onze dieetcultuur die alle plezier uit de fijne dingen in het leven haalt.

Happy FAT-oween!