Dik

Het woord ‘dik’ wordt in de Van Dale o.a. omschreven als: niet dun, omvangrijk, vet. Het wordt wereldwijd gebruikt als scheldwoord en heeft ons allemaal al weleens gekwetst of verdriet aangedaan.

Maar ‘dik’ is geen slecht of negatief woord. Denk maar aan dikke vrienden, een dikke auto, dik tevreden, dik haar, … Enkel wanneer het gebruikt wordt om mensen te beschrijven, wordt het iets negatiefs.

Er zijn natuurlijk ook heel wat synoniemen in onze Nederlandse taal voor het woord ‘dik’: zwaarlijvig, rond, vol, mollig, vet, stevig, … Allemaal met hun eigen connotaties, want iemand fluffy noemen kan schattig en lief klinken, maar iemand moddervet noemen is dan weer heel kwetsend. In de gezondheidszorg wordt gesproken over ‘overgewicht’ en ‘obesitas’, maar deze termen zijn problematisch en dikactivisten hebben al lang hun rug gekeerd naar deze o-woorden.

Veel activisten hebben zich daarom ingezet om het woord ‘dik’ terug te claimen en het te gebruiken als een woord dat iets beschrijft, in dit geval een lichaam. Ook bij Dik Voor Mekaar gebruiken we dit woord op deze neutrale manier.

Er zijn verschillende gradaties van dik zijn: small fat (ongeveer maat 48), mid fat (maat 50 tot 56), large fat (maat 58 tot 62) en superfat of infinifat (groter dan maat 62). Deze onderverdeling is geen vaste regel, maar eerder een soort richtlijn. Het is belangrijk om dit onderscheid te maken, want hoe groter je maat is, hoe meer je te maken krijgt met discriminatie op vlak van kleding, gezondheidszorg, werkzekerheid en toegankelijkheid tot de maatschappij (denk aan stoelen, bedden, reizen met het vliegtuig, autogordels, etc.).